Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. ontlasting:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontlasting (Niederländisch) ins Spanisch

ontlasting:

ontlasting [de ~ (v)] Nomen

  1. de ontlasting (stoelgang)
    la defecación
  2. de ontlasting (van een last ontdoen)
    el desahogar; el descargar

Übersetzung Matrix für ontlasting:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
defecación ontlasting; stoelgang lediging; spuiïng
desahogar ontlasting; van een last ontdoen
descargar ontlasting; van een last ontdoen afladen; lossen; uitladen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desahogar afreageren; luchten; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opluchten; vrijstellen
descargar afladen; afschieten; afvuren; dechargeren; downloaden; iets uitladen; lossen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; pasporteren; schieten; schoten lossen; uitladen; vrijpleiten; vrijspreken; vrijstellen; vuren; zuiveren

Verwandte Wörter für "ontlasting":

  • ontlastingen