Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. overspannen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overspannen (Niederländisch) ins Schwedisch

overspannen:

overspannen Verb (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen (met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen)
    sammanbinda; fast sammanbinda
    • sammanbinda Verb (sammanbinder, sammanband, sammanbundit)
    • fast sammanbinda Verb (fast sammanbinder, fast sammanband, fast sammanbundit)

Konjugationen für overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  1. is overspannen
  2. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  3. overspannen
  4. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overspannen Adjektiv

  1. overspannen (overwerkt)
  2. overspannen (gestresst; aan stress lijdend)

Übersetzung Matrix für overspannen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fast sammanbinda met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen
sammanbinda met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen aan elkaar binden; aaneenbinden; samenbinden; verbinden
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
utstressad aan stress lijdend; gestresst; overspannen
utstressat aan stress lijdend; gestresst; overspannen
överarbetat aan stress lijdend; gestresst; overspannen
överdriven overspannen; overwerkt bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extravagant; extreem; hyperbolisch; mateloos; overdrijvend; overmatig; tomeloos; uitermate
överdrivet overspannen; overwerkt aanstellerig; bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extravagant; extreem; hyperbolisch; mateloos; onmatig; overdreven; overdrijvend; overmatig; theatraal; tomeloos; uitermate

Verwandte Wörter für "overspannen":

  • overspannenheid, overspannene

Verwandte Definitionen für "overspannen":

  1. ziek door geestelijke oververmoeidheid1
    • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1