Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. overspannen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overspannen (Niederländisch) ins Französisch

overspannen:

overspannen Verb (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen (met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen)
    enjamber; gainer; couvrir; serrer; mouler; entourer de
    • enjamber Verb (enjambe, enjambes, enjambons, enjambez, )
    • gainer Verb
    • couvrir Verb (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • serrer Verb (serre, serres, serrons, serrez, )
    • mouler Verb (moule, moules, moulons, moulez, )

Konjugationen für overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  1. is overspannen
  2. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  3. overspannen
  4. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overspannen Adjektiv

  1. overspannen (overwerkt)
    surmené
  2. overspannen (gestresst; aan stress lijdend)
    stressé; surmené

Übersetzung Matrix für overspannen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
serrer aanschroeven; vastschroeven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
couvrir met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; emballeren; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; inpakken; inwikkelen; kaften; maskeren; meedelen; melden; omhullen; overkappen; overtrekken; overwelven; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verhullen; verpakken; verslag uitbrengen; versluieren
enjamber met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen overschrijden
entourer de met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen
gainer met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen
mouler met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen
serrer met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen aandraaien; aandrukken; aanschroeven; aantrekken; comprimeren; dichtdraaien; dichtknijpen; dichtschroeven; dichttrekken; door draaien vastmaken; drukken; klemmen; klemzetten; knellen; knuffelen; liefkozen; omklemmen; oprekken; rekken; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; vastdraaien; vastdrukken; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastknijpen; vastschroeven
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stressé aan stress lijdend; gestresst; overspannen gespannen; gestressd; opgejaagd
surmené aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt

Verwandte Wörter für "overspannen":

  • overspannenheid, overspannene

Verwandte Definitionen für "overspannen":

  1. ziek door geestelijke oververmoeidheid1
    • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1

Wiktionary Übersetzungen für overspannen:

overspannen
adjective
  1. ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak
verb
  1. te sterk gespannen
  2. ergens overheen spannen