Niederländisch

Detailübersetzungen für erger (Niederländisch) ins Schwedisch

erger:

erger Adjektiv

  1. erger (slechter)
    värre
  2. erger (moeilijker)
    svårare; värre

Übersetzung Matrix für erger:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
svårare erger; moeilijker
värre erger; moeilijker; slechter beroerder

Verwandte Wörter für "erger":


Wiktionary Übersetzungen für erger:


Cross Translation:
FromToVia
erger värre worse — comparative form of bad

erg:

erg Adjektiv

  1. erg (behoorlijk; in hoge mate; behoorlijke)
    mycket
  2. erg (hevig; heftig; krachtig; fel)
    kraftig; våldsamt; hård; häftigt; kraftigt; hårt
  3. erg (armzalig; ellendig; rampzalig; )
    eländigt; uselt; futtigt; ynkligt; usel; ynklig; tarvlig; lumpet; tarvligt
  4. erg (van bedenkelijke aard; ernstig; kwalijk)
    allvarligt; grav; kritiskt; oroande; gravt; oroandet

Übersetzung Matrix für erg:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
grav graf; grafkuil; grafmonument; grafplaats; tombe
mycket berg; boel; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; massa; overvloed
oroande verstoringen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- naar
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mycket ver; veraf; verafgelegen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
allvarligt erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard bedaard; dringend; ernstig; gelijkmoedig; heel erg; ingetogen; kalm; klemmend; met spoed; rustig; serieus; spoedeisend; stemmig; urgent; vol ernst
eländigt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig akelig; banaal; beroerd; ellendig; ellendige; godvergeten; laag; lamlendig; naar; vuig
futtigt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
grav erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
gravt erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
häftigt erg; fel; heftig; hevig; krachtig fel; felle; ferm; flink; fysiek sterk; gaaf; heftig; hevig; intens; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; sterk; stevig; straf; tof; verwoed
hård erg; fel; heftig; hevig; krachtig bikkelhard; hard; hardhandig; hardvochtig; ijzerhard; keihard; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; ruw; staalhard; steenhard
hårt erg; fel; heftig; hevig; krachtig emotieloos; gestreng; gevoelloos; hard; hardhandig; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; onzacht; pittig; ruw; straf; streng; zielloos
kraftig erg; fel; heftig; hevig; krachtig doortastend; drastisch; ferm; forse; grof; grofgebouwd; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lomp; massief; niet hol; ruw; vitaal
kraftigt erg; fel; heftig; hevig; krachtig corpulent; dik; doortastend; drastisch; ferm; flink; fors; forse; fysiek sterk; gezet; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; ruw; sterk; stevig; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
kritiskt erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard kritisch; moeilijk; problematisch
lumpet armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
mycket behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate
oroande erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
oroandet erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
tarvlig armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig banaal; laag; vuig
tarvligt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig banaal; laag; vuig
usel armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; lamlendig; lamzalig
uselt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; lamlendig
våldsamt erg; fel; heftig; hevig; krachtig aanrandend; agressief; felle; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; onzacht; ruw
ynklig armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig karakterloos; slap; zonder karakter; zwak
ynkligt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; karakterloos; lamlendig; slap; zonder karakter; zwak

Verwandte Wörter für "erg":


Synonyms for "erg":


Antonyme für "erg":


Verwandte Definitionen für "erg":

  1. heel veel, hevig1
    • ze had erge hoofdpijn1
  2. heel vervelend1
    • ik vind het erg dat hij boos is1

Wiktionary Übersetzungen für erg:


Cross Translation:
FromToVia
erg mycket; väldigt very — to a high degree
erg ansenlig; stor considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
erg erg erg — métrol|nocat=1 phys|fr unité de mesure de l’énergie du système CGS, définie comme le travail fait par la force de 1 dyne dans 1 centimètre, soit 10e|−7 joule, et dont le symbole est erg.
erg viktig grave — Qui peut avoir des conséquences fâcheuses.
erg myndig; viktig majeur — Plus grand ; plus important.

erger form of ergeren:

ergeren Verb (erger, ergert, ergerde, ergerden, geërgerd)

  1. ergeren (irriteren; vervelen; op de zenuwen werken)
    – iets doen wat hij vervelend vindt 1
    irritera; störa; reta; förarga
    • irritera Verb (irriterar, irriterade, irriterat)
    • störa Verb (stör, störde, stört)
    • reta Verb (retar, retade, retat)
    • förarga Verb (förargar, förargade, förargat)

Konjugationen für ergeren:

o.t.t.
  1. erger
  2. ergert
  3. ergert
  4. ergeren
  5. ergeren
  6. ergeren
o.v.t.
  1. ergerde
  2. ergerde
  3. ergerde
  4. ergerden
  5. ergerden
  6. ergerden
v.t.t.
  1. heb geërgerd
  2. hebt geërgerd
  3. heeft geërgerd
  4. hebben geërgerd
  5. hebben geërgerd
  6. hebben geërgerd
v.v.t.
  1. had geërgerd
  2. had geërgerd
  3. had geërgerd
  4. hadden geërgerd
  5. hadden geërgerd
  6. hadden geërgerd
o.t.t.t.
  1. zal ergeren
  2. zult ergeren
  3. zal ergeren
  4. zullen ergeren
  5. zullen ergeren
  6. zullen ergeren
o.v.t.t.
  1. zou ergeren
  2. zou ergeren
  3. zou ergeren
  4. zouden ergeren
  5. zouden ergeren
  6. zouden ergeren
en verder
  1. ben geërgerd
  2. bent geërgerd
  3. is geërgerd
  4. zijn geërgerd
  5. zijn geërgerd
  6. zijn geërgerd
diversen
  1. erger!
  2. ergert!
  3. geërgerd
  4. ergerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ergeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förarga ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontstemmen
irritera ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontstemmen
reta ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen aanleiding geven tot; kietelen; kittelen; ontlokken; ophitsen; provoceren; sjaggeren; uitdagen; uitlokken
störa ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen ontrieven; tobben; verstoren; vertoornen

Synonyms for "ergeren":


Antonyme für "ergeren":


Verwandte Definitionen für "ergeren":

  1. je eraan storen1
    • ik erger me aan zijn muziek1
  2. iets doen wat hij vervelend vindt1
    • ik erger hem met die muziek1

Wiktionary Übersetzungen für ergeren:


Cross Translation:
FromToVia
ergeren irretera annoy — to disturb or irritate
ergeren förarga agaceraffecter d’une irritation nerveuse.
ergeren rasa endêver — vieux|fr Avoir grand dépit de quelque chose ; enrager.
ergeren trötta; uttrötta fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
ergeren harma; harmas indigner — Remplir d’indignation
ergeren trötta; uttrötta lasser — désuet|fr rendre las.

Verwandte Übersetzungen für erger