Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bezet:
  2. bezetten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bezet (Niederländisch) ins Schwedisch

bezet:

bezet Adjektiv

  1. bezet (drukbezet; druk)
  2. bezet
    upptagen
  3. bezet

Übersetzung Matrix für bezet:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
upptagen bezet; druk; drukbezet aangenomen; doende; geadopteerd; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt
upptagen, upptaget bezet
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mycket upptaget med bezet; druk; drukbezet
upptaget bezet; druk; drukbezet aangenomen; doende; geadopteerd; gebonden; niet vrij; onledig; opgeraapt

Verwandte Definitionen für "bezet":

  1. een ander land of een andere groep is er de baas1
    • dit gebied is bezet door de moslims1
  2. in gebruik door iemand anders1
    • de toilet is bezet1

Wiktionary Übersetzungen für bezet:


Cross Translation:
FromToVia
bezet upptagen engaged — already involved in a telephone call
bezet upptagen occupied — reserved
bezet upptagen occupied — busy

bezet form of bezetten:

bezetten Verb (bezet, bezette, bezetten, bezet)

  1. bezetten (ontoegankelijk maken)
    göra oåtkombar

Konjugationen für bezetten:

o.t.t.
  1. bezet
  2. bezet
  3. bezet
  4. bezetten
  5. bezetten
  6. bezetten
o.v.t.
  1. bezette
  2. bezette
  3. bezette
  4. bezetten
  5. bezetten
  6. bezetten
v.t.t.
  1. heb bezet
  2. hebt bezet
  3. heeft bezet
  4. hebben bezet
  5. hebben bezet
  6. hebben bezet
v.v.t.
  1. had bezet
  2. had bezet
  3. had bezet
  4. hadden bezet
  5. hadden bezet
  6. hadden bezet
o.t.t.t.
  1. zal bezetten
  2. zult bezetten
  3. zal bezetten
  4. zullen bezetten
  5. zullen bezetten
  6. zullen bezetten
o.v.t.t.
  1. zou bezetten
  2. zou bezetten
  3. zou bezetten
  4. zouden bezetten
  5. zouden bezetten
  6. zouden bezetten
diversen
  1. bezet!
  2. bezet!
  3. bezet
  4. bezettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bezetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
göra oåtkombar bezetten; ontoegankelijk maken
- innemen

Synonyms for "bezetten":


Verwandte Definitionen für "bezetten":

  1. de leiding overnemen1
    • in de oorlog werd Nederland door Duitsland bezet1
  2. uit protest in beslag nemen1
    • deze actiegroep heeft de kerk bezet1
  3. een plaats in beslag nemen1
    • de hele rij stoelen was door onze familie bezet1

Wiktionary Übersetzungen für bezetten:


Cross Translation:
FromToVia
bezetten annektera; ockupera occupy — have (taken) control of
bezetten bebo occuper — Traductions à trier suivant le sens

Verwandte Übersetzungen für bezet