Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. dik worden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for dik worden in Niederländisch

dik worden:

dik worden Verb (word dik, wordt dik, werd dik, werden dik, dik geworden)

  1. dik worden
    opzwellen; uitdijen; dik worden
    • opzwellen Verb (zwel op, zwelt op, zwol op, zwollen op, opgezwollen)
    • uitdijen Verb (dij uit, dijt uit, dijde uit, dijden uit, uitgedijd)
    • dik worden Verb (word dik, wordt dik, werd dik, werden dik, dik geworden)

Konjugationen für dik worden:

o.t.t.
  1. word dik
  2. wordt dik
  3. wordt dik
  4. worden dik
  5. worden dik
  6. worden dik
o.v.t.
  1. werd dik
  2. werd dik
  3. werd dik
  4. werden dik
  5. werden dik
  6. werden dik
v.t.t.
  1. ben dik geworden
  2. bent dik geworden
  3. is dik geworden
  4. zijn dik geworden
  5. zijn dik geworden
  6. zijn dik geworden
v.v.t.
  1. was dik geworden
  2. was dik geworden
  3. was dik geworden
  4. waren dik geworden
  5. waren dik geworden
  6. waren dik geworden
o.t.t.t.
  1. zal dik worden
  2. zult dik worden
  3. zal dik worden
  4. zullen dik worden
  5. zullen dik worden
  6. zullen dik worden
o.v.t.t.
  1. zou dik worden
  2. zou dik worden
  3. zou dik worden
  4. zouden dik worden
  5. zouden dik worden
  6. zouden dik worden
diversen
  1. word dik!
  2. wordt dik!
  3. dik geworden
  4. dik wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for dik worden