Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. worden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for worden in Niederländisch

worden:

worden Verb (word, wordt, werd, werden, geworden)

  1. worden
    worden
    • worden Verb (word, wordt, werd, werden, geworden)
  2. worden
    – beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn 1
    worden
    – beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn 1
    • worden Verb (word, wordt, werd, werden, geworden)
      • het wordt koud buiten1
  3. worden
    – geeft aan dat iemand iets ondergaat 1
    worden
    – geeft aan dat iemand iets ondergaat 1
    • worden Verb (word, wordt, werd, werden, geworden)
      • hij wordt geslagen1

Konjugationen für worden:

o.t.t.
  1. word
  2. wordt
  3. wordt
  4. worden
  5. worden
  6. worden
o.v.t.
  1. werd
  2. werd
  3. werd
  4. werden
  5. werden
  6. werden
v.t.t.
  1. ben geworden
  2. bent geworden
  3. is geworden
  4. zijn geworden
  5. zijn geworden
  6. zijn geworden
v.v.t.
  1. was geworden
  2. was geworden
  3. was geworden
  4. waren geworden
  5. waren geworden
  6. waren geworden
o.t.t.t.
  1. zal worden
  2. zult worden
  3. zal worden
  4. zullen worden
  5. zullen worden
  6. zullen worden
o.v.t.t.
  1. zou worden
  2. zou worden
  3. zou worden
  4. zouden worden
  5. zouden worden
  6. zouden worden
diversen
  1. word!
  2. wordt!
  3. geworden
  4. wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "worden":

  1. beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn1
    • het wordt koud buiten1
  2. geeft aan dat iemand iets ondergaat1
    • hij wordt geslagen1

Related Synonyms for worden