Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. klauw:
  2. klauwen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für klauw (Niederländisch) ins Spanisch

klauw:

klauw [de ~] Nomen

  1. de klauw (hand; jat; poot; knuist)
    la mano
  2. de klauw
    la garra

Übersetzung Matrix für klauw:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
garra klauw
mano hand; jat; klauw; knuist; poot hand; slag; strijd; veldslag

Verwandte Wörter für "klauw":


Wiktionary Übersetzungen für klauw:

klauw
noun
  1. poot van een roofdier
  2. hand

Cross Translation:
FromToVia
klauw garra claw — curved horny nail
klauw clutch clutch — A device to interrupt power transmission
klauw garra talon — hooked claw
klauw garra; zarpa griffe — Ongle pointu de certains animaux

klauwen:

klauwen Verb (klauw, klauwt, klauwde, klauwden, geklauwd)

  1. klauwen (grijpen; pakken; vangen; verstrikken; vatten)

Konjugationen für klauwen:

o.t.t.
  1. klauw
  2. klauwt
  3. klauwt
  4. klauwen
  5. klauwen
  6. klauwen
o.v.t.
  1. klauwde
  2. klauwde
  3. klauwde
  4. klauwden
  5. klauwden
  6. klauwden
v.t.t.
  1. heb geklauwd
  2. hebt geklauwd
  3. heeft geklauwd
  4. hebben geklauwd
  5. hebben geklauwd
  6. hebben geklauwd
v.v.t.
  1. had geklauwd
  2. had geklauwd
  3. had geklauwd
  4. hadden geklauwd
  5. hadden geklauwd
  6. hadden geklauwd
o.t.t.t.
  1. zal klauwen
  2. zult klauwen
  3. zal klauwen
  4. zullen klauwen
  5. zullen klauwen
  6. zullen klauwen
o.v.t.t.
  1. zou klauwen
  2. zou klauwen
  3. zou klauwen
  4. zouden klauwen
  5. zouden klauwen
  6. zouden klauwen
en verder
  1. is geklauwd
diversen
  1. klauw!
  2. klauwt!
  3. geklauwd
  4. klauwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für klauwen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agarrar aangrijpen; aanklampen; aanpakken; aanvatten; beetnemen; beetpakken; greep; vastpakken
coger aangrijpen; aanklampen; aanpakken; aanvatten; beetnemen; beetpakken; begrijpen; greep; snappen; vastpakken; vatten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agarrar grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken aangrijpen; aanklampen; aanpakken; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; binden; boeien; graaien; grabbelen; grijpen; inhaken; ketenen; klemmen; kluisteren; knellen; omklemmen; ontroeren; snuffelen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verneuken
atrapar grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken betrappen; buitmaken; compliceren; ingewikkeld maken; moeilijk maken; oogsten; plukken; snappen; vangen; verzamelen
coger grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken aanklampen; aanpakken; aanvatten; absorberen; achteroverdrukken; afbedelen; afnemen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; bemachtigen; benemen; betrappen; binden; binnen halen; boeien; gappen; grijpen; halen; iets onverwachts doen; inpikken; jatten; kapen; ketenen; kluisteren; leegstelen; nemen; nuttigen; obsederen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; onverlangd krijgen; oogsten; opdoen; oplopen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opvangen; pakken; pikken; plukken; plunderen; roven; snaaien; snappen; stelen; te pakken krijgen; tepakkenkrijgen; toeëigenen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verrassen; verschalken; vervreemden; verzamelen; wat neervalt opvangen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
prender grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; betrappen; grijpen; in werking stellen; opstarten; snappen; vastklampen; vastpakken

Verwandte Wörter für "klauwen":


Wiktionary Übersetzungen für klauwen:


Cross Translation:
FromToVia
klauwen rascar; raspar; raer gratterracler pour nettoyer, pour effacer ou pour polir.
klauwen rascar grifferégratigner d’un coup de griffe.