Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bomen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bomend (Niederländisch) ins Englisch

bomen:

bomen Verb (boom, boomt, boomde, boomden, geboomd)

  1. bomen (kletsen)
    to chat; have a good long talk
  2. bomen (een boom opzetten)
    to have a chat
    • have a chat Verb (has a chat, had a chat, having a chat)

Konjugationen für bomen:

o.t.t.
  1. boom
  2. boomt
  3. boomt
  4. bomen
  5. bomen
  6. bomen
o.v.t.
  1. boomde
  2. boomde
  3. boomde
  4. boomden
  5. boomden
  6. boomden
v.t.t.
  1. heb geboomd
  2. hebt geboomd
  3. heeft geboomd
  4. hebben geboomd
  5. hebben geboomd
  6. hebben geboomd
v.v.t.
  1. had geboomd
  2. had geboomd
  3. had geboomd
  4. hadden geboomd
  5. hadden geboomd
  6. hadden geboomd
o.t.t.t.
  1. zal bomen
  2. zult bomen
  3. zal bomen
  4. zullen bomen
  5. zullen bomen
  6. zullen bomen
o.v.t.t.
  1. zou bomen
  2. zou bomen
  3. zou bomen
  4. zouden bomen
  5. zouden bomen
  6. zouden bomen
diversen
  1. boom!
  2. boomt!
  3. geboomd
  4. bomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bomen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chat babbeltje; causerie; chat; chatgesprek; gebabbel; gekeuvel; gesprek; kout; mondeling onderhoud; praat; praatje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chat bomen; kletsen babbelen; chatten; kakelen; keuvelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; leuteren; lullen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
have a chat bomen; een boom opzetten kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
have a good long talk bomen; kletsen

Verwandte Wörter für "bomen":


Wiktionary Übersetzungen für bomen:

bomen
verb
  1. langdurig en uitgebreid praten over minder belangrijke zaken