Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. voorsorteren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voorsorteren (Niederländisch) ins Deutsch

voorsorteren:

voorsorteren Verb (sorteer voor, sorteert voor, sorteerde voor, sorteerden voor, voorgesorteerd)

  1. voorsorteren
    einordnen
    • einordnen Verb (ordne ein, ordnest ein, ordnet ein, ordnete ein, ordnetet ein, eingeordnet)

Konjugationen für voorsorteren:

o.t.t.
  1. sorteer voor
  2. sorteert voor
  3. sorteert voor
  4. sorteren voor
  5. sorteren voor
  6. sorteren voor
o.v.t.
  1. sorteerde voor
  2. sorteerde voor
  3. sorteerde voor
  4. sorteerden voor
  5. sorteerden voor
  6. sorteerden voor
v.t.t.
  1. heb voorgesorteerd
  2. hebt voorgesorteerd
  3. heeft voorgesorteerd
  4. hebben voorgesorteerd
  5. hebben voorgesorteerd
  6. hebben voorgesorteerd
v.v.t.
  1. had voorgesorteerd
  2. had voorgesorteerd
  3. had voorgesorteerd
  4. hadden voorgesorteerd
  5. hadden voorgesorteerd
  6. hadden voorgesorteerd
o.t.t.t.
  1. zal voorsorteren
  2. zult voorsorteren
  3. zal voorsorteren
  4. zullen voorsorteren
  5. zullen voorsorteren
  6. zullen voorsorteren
o.v.t.t.
  1. zou voorsorteren
  2. zou voorsorteren
  3. zou voorsorteren
  4. zouden voorsorteren
  5. zouden voorsorteren
  6. zouden voorsorteren
diversen
  1. sorteer voor!
  2. sorteert voor!
  3. voorgesorteerd
  4. voorsorterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voorsorteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einordnen voorsorteren bijzetten; deponeren; inpassen; invoegen; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; overgaan op nieuwe rijbaan; passen in; plaatsen; rangordenen; rangschikken; reglementeren; situeren; stationeren; zetten; zich afspelen; zich voegen