"auswirkung" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Auswirkung:
- uitwerking; effect; impact; aanslag; consequentie; gevolg; voortvloeisel; uitvloeisel; hofhouding
Wiktionary:
- Auswirkung → effect, indruk, afdruk, spoor, voetspoor, drukwerk, belichting, impressie

Deutsch

Detailübersetzungen für Auswirkung (Deutsch) ins Niederländisch

die Auswirkung (Konsequenz; Effekt; Tätigkeit; Lösung; Wertpapier; Schnitt; Wirkung)
de uitwerking; het effect
- uitwerking [de ~ (v)] Nomen
- effect [het ~] Nomen
die Auswirkung (Wirkung; Effekt)
de impact; de aanslag
- impact [de ~ (m)] Nomen
- aanslag [de ~ (m)] Nomen
die Auswirkung (Konsequenz; Folge)
de consequentie; het gevolg; het voortvloeisel; het uitvloeisel
- consequentie [de ~ (v)] Nomen
- gevolg [het ~] Nomen
- voortvloeisel [het ~] Nomen
- uitvloeisel [het ~] Nomen
die Auswirkung (Hofhaltung; Ergebnis; Gefolge; Folge; Konsequenz; Troß; Hofstaat; Hofgefolge)
het gevolg; de hofhouding
- gevolg [het ~] Nomen
- hofhouding [de ~ (v)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aanslag	Auswirkung; Effekt; Wirkung
consequentie	Auswirkung; Folge; Konsequenz
effect	Auswirkung; Effekt; Konsequenz; Lösung; Schnitt; Tätigkeit; Wertpapier; Wirkung	Ausschlag; Effekt; Folgerung; Resultat; Wirkung
gevolg	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß	Ausführen; Ausschlag; Effekt; Folge; Folgerung; Hinkriegen; Resultat; Schaffen; Wirkung
hofhouding	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
impact	Auswirkung; Effekt; Wirkung
uitvloeisel	Auswirkung; Folge; Konsequenz
uitwerking	Auswirkung; Effekt; Konsequenz; Lösung; Schnitt; Tätigkeit; Wertpapier; Wirkung
voortvloeisel	Auswirkung; Folge; Konsequenz

Cross Translation:

From	To	Via
• Auswirkung	→ effect	↔ effect — result of an action
• Auswirkung	→ effect; indruk	↔ effet — Traductions à trier suivant le sens
• Auswirkung	→ afdruk; spoor; voetspoor; drukwerk; belichting; effect; impressie; indruk	↔ impression — imprimerie\|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.