"betaga" übersetzt von Schwedische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

betaga:
- snuffelen; weiden; grazen; afgrazen; graseten; stropen; ontvellen; grasduinen

Schwedisch

Detailübersetzungen für betaga (Schwedisch) ins Niederländisch

betaga (strosa runt)
snuffelen
- snuffelen Verb (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
betaga
weiden; grazen; afgrazen; graseten
- weiden Verb (weid, weidt, weidde, weidden, geweid)
- grazen Verb (graas, graast, graasde, graasden, gegraasd)
- afgrazen Verb (graas af, graast af, graasde af, graasden af, afgegrazen)
- graseten Verb
betaga
stropen; ontvellen
- stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
- ontvellen Verb (ontvel, ontvelt, ontvelde, ontvelden, ontveld)
betaga (gå runt och titta)
grasduinen
- grasduinen Verb (grasduin, grasduint, grasduinde, grasduinden, gegrasduind)

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ontvellen		avskavning; slitning
weiden		betesmarker; ängar
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afgrazen	betaga
grasduinen	betaga; gå runt och titta
graseten	betaga
grazen	betaga
ontvellen	betaga
snuffelen	betaga; strosa runt	forska; gräva; kravla; leta efter; söka efter; söka igenom; treva; undersöka
stropen	betaga	be; skinna
weiden	betaga