Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. zwanger:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zwanger (Niederländisch) ins Schwedisch

zwanger:

zwanger Adjektiv

  1. zwanger (in verwachting)
    med barn

Übersetzung Matrix für zwanger:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
med barn in verwachting; zwanger pregnant

Verwandte Definitionen für "zwanger":

  1. ermee vervuld zijn1
    • de lucht was zwanger van het voorjaar1
  2. in verwachting van een kind1
    • zij is zwanger1

Wiktionary Übersetzungen für zwanger:

zwanger
adjective
  1. de toestand waarin een vrouw verkeert wanneer er in de baarmoeder een bevruchting heeft plaatsgevonden

Cross Translation:
FromToVia
zwanger gravid; havande pregnant — carrying developing offspring within the body
zwanger gravid schwanger — in dem Zustand, in dem ein Embryo (nach Herausbildung der inneren Organe ein Fötus) im Körper heranreift
zwanger dräktig; havande enceinte — Qui est en état de grossesse, quasiment toujours parler de la femme.

Verwandte Übersetzungen für zwanger