Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uitzonderlijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitzonderlijk (Niederländisch) ins Schwedisch

uitzonderlijk:

uitzonderlijk Adjektiv

  1. uitzonderlijk (zeldzaam; raar; zelden; )
    sällsynt
  2. uitzonderlijk (zeldzaam)
    exeptionellt; ovanlig; ovanligt

Übersetzung Matrix für uitzonderlijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exeptionellt uitzonderlijk; zeldzaam buitengemeen; hoogst; uitzonderlijke; zeer
ovanlig uitzonderlijk; zeldzaam bijzonder; buitengewoon; curieus; ergst; exclusief; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uiterst; uitzonderlijke; vreemd
ovanligt uitzonderlijk; zeldzaam bijzonder; buitengewoon; curieus; ergst; exclusief; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; merkwaardig; ongebruikelijk; speciaal; uiterst; uitzonderlijke; vreemd
sällsynt ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam apart; buitenissig; dun; excentriek; extravagant; ijl; typisch; van geringe dichtheid; vreemd

Verwandte Wörter für "uitzonderlijk":

  • uitzonderlijkheid, uitzonderlijker, uitzonderlijkere, uitzonderlijkst, uitzonderlijkste, uitzonderlijke

Wiktionary Übersetzungen für uitzonderlijk:

uitzonderlijk
adjective
  1. niet alledaags, niet gewoon

Cross Translation:
FromToVia
uitzonderlijk enastående; utmärkt singular — distinguished by superiority