Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uitgelezen:
  2. uitlezen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitgelezen (Niederländisch) ins Schwedisch

uitgelezen:


uitgelezen form of uitlezen:

uitlezen Verb (lees uit, leest uit, las uit, lazen uit, uitgelezen)

  1. uitlezen (aflezen)
    läsa högt
    • läsa högt Verb (läser högt, läste högt, läst högt)

Konjugationen für uitlezen:

o.t.t.
  1. lees uit
  2. leest uit
  3. leest uit
  4. lezen uit
  5. lezen uit
  6. lezen uit
o.v.t.
  1. las uit
  2. las uit
  3. las uit
  4. lazen uit
  5. lazen uit
  6. lazen uit
v.t.t.
  1. heb uitgelezen
  2. hebt uitgelezen
  3. heeft uitgelezen
  4. hebben uitgelezen
  5. hebben uitgelezen
  6. hebben uitgelezen
v.v.t.
  1. had uitgelezen
  2. had uitgelezen
  3. had uitgelezen
  4. hadden uitgelezen
  5. hadden uitgelezen
  6. hadden uitgelezen
o.t.t.t.
  1. zal uitlezen
  2. zult uitlezen
  3. zal uitlezen
  4. zullen uitlezen
  5. zullen uitlezen
  6. zullen uitlezen
o.v.t.t.
  1. zou uitlezen
  2. zou uitlezen
  3. zou uitlezen
  4. zouden uitlezen
  5. zouden uitlezen
  6. zouden uitlezen
en verder
  1. ben uitgelezen
  2. bent uitgelezen
  3. is uitgelezen
  4. zijn uitgelezen
  5. zijn uitgelezen
  6. zijn uitgelezen
diversen
  1. lees uit!
  2. leest uit!
  3. uitgelezen
  4. uitlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitlezen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
läsa högt aflezen; oplezen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
läsa högt aflezen; uitlezen hardoplezen; voorlezen

Wiktionary Übersetzungen für uitlezen:


Cross Translation:
FromToVia
uitlezen adoptera; tacka ja till; kora adopterchoisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.
uitlezen välja choisir — Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres.
uitlezen uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
uitlezen kora opter — Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer.