Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. toegespen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toegespen (Niederländisch) ins Schwedisch

toegespen:

toegespen Verb (gesp toe, gespt toe, gespte toe, gespten toe, toegegespt)

  1. toegespen (dichtgespen; dichtsnoeren)
    spänna
    • spänna Verb (spänner, spände, spänt)

Konjugationen für toegespen:

o.t.t.
  1. gesp toe
  2. gespt toe
  3. gespt toe
  4. gespen toe
  5. gespen toe
  6. gespen toe
o.v.t.
  1. gespte toe
  2. gespte toe
  3. gespte toe
  4. gespten toe
  5. gespten toe
  6. gespten toe
v.t.t.
  1. heb toegegespt
  2. hebt toegegespt
  3. heeft toegegespt
  4. hebben toegegespt
  5. hebben toegegespt
  6. hebben toegegespt
v.v.t.
  1. had toegegespt
  2. had toegegespt
  3. had toegegespt
  4. hadden toegegespt
  5. hadden toegegespt
  6. hadden toegegespt
o.t.t.t.
  1. zal toegespen
  2. zult toegespen
  3. zal toegespen
  4. zullen toegespen
  5. zullen toegespen
  6. zullen toegespen
o.v.t.t.
  1. zou toegespen
  2. zou toegespen
  3. zou toegespen
  4. zouden toegespen
  5. zouden toegespen
  6. zouden toegespen
en verder
  1. ben toegegespt
  2. bent toegegespt
  3. is toegegespt
  4. zijn toegegespt
  5. zijn toegegespt
  6. zijn toegegespt
diversen
  1. gesp toe!
  2. gespt toe!
  3. toegegespt
  4. toegespend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für toegespen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spänna dichtgespen; dichtsnoeren; toegespen aangespen; gespen; opspannen; samenballen; schroeven; spannen; vastgespen