Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. te danken hebben:


Niederländisch

Detailübersetzungen für te danken hebben (Niederländisch) ins Schwedisch

te danken hebben:

te danken hebben Verb (heb te danken, hebt te danken, had te danken, hadden te danken, te danken gehad)

  1. te danken hebben (danken)
    vara tack skyldig till

Konjugationen für te danken hebben:

o.t.t.
  1. heb te danken
  2. hebt te danken
  3. hebt te danken
  4. hebben te danken
  5. hebben te danken
  6. hebben te danken
o.v.t.
  1. had te danken
  2. had te danken
  3. had te danken
  4. hadden te danken
  5. hadden te danken
  6. hadden te danken
v.t.t.
  1. heb te danken gehad
  2. hebt te danken gehad
  3. heeft te danken gehad
  4. hebben te danken gehad
  5. hebben te danken gehad
  6. hebben te danken gehad
v.v.t.
  1. had te danken gehad
  2. had te danken gehad
  3. had te danken gehad
  4. hadden te danken gehad
  5. hadden te danken gehad
  6. hadden te danken gehad
o.t.t.t.
  1. zal te danken hebben
  2. zult te danken hebben
  3. zal te danken hebben
  4. zullen te danken hebben
  5. zullen te danken hebben
  6. zullen te danken hebben
o.v.t.t.
  1. zou te danken hebben
  2. zou te danken hebben
  3. zou te danken hebben
  4. zouden te danken hebben
  5. zouden te danken hebben
  6. zouden te danken hebben
en verder
  1. ben te danken gehad
  2. bent te danken gehad
  3. is te danken gehad
  4. zijn te danken gehad
  5. zijn te danken gehad
  6. zijn te danken gehad
diversen
  1. heb te danken!
  2. hebt te danken!
  3. te danken gehad
  4. te danken hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für te danken hebben:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vara tack skyldig till danken; te danken hebben

Verwandte Übersetzungen für te danken hebben