Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. sufficiënt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sufficiënt (Niederländisch) ins Schwedisch

sufficiënt:

sufficiënt Adjektiv

  1. sufficiënt (toereikend; voldoende; bevredigend; genoeg; genoegzaam)

Übersetzung Matrix für sufficiënt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nog bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende
tillräcklig bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende basta; billijk; genoeg; geschikt; in overvloed; passend; redelijk; schappelijk
tillräckligt bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende basta; billijk; genoeg; geschikt; in overvloed; passend; redelijk; schappelijk

Verwandte Wörter für "sufficiënt":

  • sufficiënte

Computerübersetzung von Drittern: