Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. slijm afscheiden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für slijm afscheiden (Niederländisch) ins Schwedisch

slijm afscheiden:

slijm afscheiden Verb (scheid slijm af, scheidt slijm af, scheidde slijm af, scheidden slijm af, slijn afgescheiden)

  1. slijm afscheiden
    avsöndra slem
    • avsöndra slem Verb (avsöndrar slem, avsöndrade slem, avsöndrat slem)

Konjugationen für slijm afscheiden:

o.t.t.
  1. scheid slijm af
  2. scheidt slijm af
  3. scheidt slijm af
  4. scheiden slijm af
  5. scheiden slijm af
  6. scheiden slijm af
o.v.t.
  1. scheidde slijm af
  2. scheidde slijm af
  3. scheidde slijm af
  4. scheidden slijm af
  5. scheidden slijm af
  6. scheidden slijm af
v.t.t.
  1. heb slijn afgescheiden
  2. hebt slijn afgescheiden
  3. heeft slijn afgescheiden
  4. hebben slijn afgescheiden
  5. hebben slijn afgescheiden
  6. hebben slijn afgescheiden
v.v.t.
  1. had slijn afgescheiden
  2. had slijn afgescheiden
  3. had slijn afgescheiden
  4. hadden slijn afgescheiden
  5. hadden slijn afgescheiden
  6. hadden slijn afgescheiden
o.t.t.t.
  1. zal slijm afscheiden
  2. zult slijm afscheiden
  3. zal slijm afscheiden
  4. zullen slijm afscheiden
  5. zullen slijm afscheiden
  6. zullen slijm afscheiden
o.v.t.t.
  1. zou slijm afscheiden
  2. zou slijm afscheiden
  3. zou slijm afscheiden
  4. zouden slijm afscheiden
  5. zouden slijm afscheiden
  6. zouden slijm afscheiden
en verder
  1. ben slijn afgescheiden
  2. bent slijn afgescheiden
  3. is slijn afgescheiden
  4. zijn slijn afgescheiden
  5. zijn slijn afgescheiden
  6. zijn slijn afgescheiden
diversen
  1. scheid slijm af!
  2. scheidt slijm af!
  3. slijn afgescheiden
  4. slijm afscheidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für slijm afscheiden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avsöndra slem slijm afscheiden

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für slijm afscheiden