Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opgevoerd worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opgevoerd worden (Niederländisch) ins Schwedisch

opgevoerd worden:

opgevoerd worden Verb (word opgevoerd, wordt opgevoerd, werd opgevoerd, werden opgevoerd, opgevoerd geworden)

  1. opgevoerd worden
    framföra; uppträda
    • framföra Verb (framför, framförde, framfört)
    • uppträda Verb (uppträder, uppträdde, uppträtt)

Konjugationen für opgevoerd worden:

o.t.t.
  1. word opgevoerd
  2. wordt opgevoerd
  3. wordt opgevoerd
  4. worden opgevoerd
  5. worden opgevoerd
  6. worden opgevoerd
o.v.t.
  1. werd opgevoerd
  2. werd opgevoerd
  3. werd opgevoerd
  4. werden opgevoerd
  5. werden opgevoerd
  6. werden opgevoerd
v.t.t.
  1. ben opgevoerd geworden
  2. bent opgevoerd geworden
  3. is opgevoerd geworden
  4. zijn opgevoerd geworden
  5. zijn opgevoerd geworden
  6. zijn opgevoerd geworden
v.v.t.
  1. was opgevoerd geworden
  2. was opgevoerd geworden
  3. was opgevoerd geworden
  4. waren opgevoerd geworden
  5. waren opgevoerd geworden
  6. waren opgevoerd geworden
o.t.t.t.
  1. zal opgevoerd worden
  2. zult opgevoerd worden
  3. zal opgevoerd worden
  4. zullen opgevoerd worden
  5. zullen opgevoerd worden
  6. zullen opgevoerd worden
o.v.t.t.
  1. zou opgevoerd worden
  2. zou opgevoerd worden
  3. zou opgevoerd worden
  4. zouden opgevoerd worden
  5. zouden opgevoerd worden
  6. zouden opgevoerd worden
diversen
  1. word opgevoerd!
  2. wordt opgevoerd!
  3. opgevoerd geworden
  4. opgevoerd wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opgevoerd worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framföra opgevoerd worden
uppträda opgevoerd worden acteren; gebeuren; optreden; passeren; performen; plaats hebben; plaatsvinden; spelen; toneelspelen; voordoen; voorvallen

Verwandte Übersetzungen für opgevoerd worden