Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onwelwillendheid:
  2. onwelwillend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onwelwillendheid (Niederländisch) ins Schwedisch

onwelwillendheid:

onwelwillendheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de onwelwillendheid (onheusheid)

Übersetzung Matrix für onwelwillendheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ohövlighet onheusheid; onwelwillendheid brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onhebbelijkheid; onhoffelijkheid; onwellevendheid; vrijpostigheid
samarbetsovilja onheusheid; onwelwillendheid

Verwandte Wörter für "onwelwillendheid":


onwelwillend:

onwelwillend Adjektiv

  1. onwelwillend (onbereidwillig; ongedienstig)
    motvillig; motvilligt; ovilligt
  2. onwelwillend (onvriendelijk; onverdraagzaam; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk)
    oartig; otrevligt; ohövlig; oartigt; ohyfsat; ohövligt

Übersetzung Matrix für onwelwillend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oartig onbeleefdheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
motvillig onbereidwillig; ongedienstig; onwelwillend kwaadschiks; met tegenzin; niet graag; ongaarne
motvilligt onbereidwillig; ongedienstig; onwelwillend aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend
oartig onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend onbeleefd; ongemanierd
oartigt onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhebbelijk; onhoffelijk; onvriendelijk
ohyfsat onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend bedoezeld; groezelig; grof; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhebbelijk; onvriendelijk; plat; platvloers; schunnig; smoezelig; viezig; vunzig
ohövlig onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend onhebbelijk; onvriendelijk
ohövligt onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhebbelijk; onvriendelijk
otrevligt onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend afstotend; gemeen; hinderlijk; lastig; lelijk; lelijk uitziend; min; naar; onaangenaam; onaantrekkelijk; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; slecht; storend; vals
ovilligt onbereidwillig; ongedienstig; onwelwillend afkerig; afwijzend; ongenegen; terugwijzend; verwerpen; wars; weigerachtig

Verwandte Wörter für "onwelwillend":


Computerübersetzung von Drittern: