Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. omkaderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omkaderen (Niederländisch) ins Schwedisch

omkaderen:

omkaderen Verb (omkader, omkadert, omkaderde, omkaderden, omkaderd)

  1. omkaderen
    inrama; rama in
    • inrama Verb (inramar, inramade, inramat)
    • rama in Verb (ramar in, ramade in, ramat in)

Konjugationen für omkaderen:

o.t.t.
  1. omkader
  2. omkadert
  3. omkadert
  4. omkaderen
  5. omkaderen
  6. omkaderen
o.v.t.
  1. omkaderde
  2. omkaderde
  3. omkaderde
  4. omkaderden
  5. omkaderden
  6. omkaderden
v.t.t.
  1. ben omkaderd
  2. bent omkaderd
  3. is omkaderd
  4. zijn omkaderd
  5. zijn omkaderd
  6. zijn omkaderd
v.v.t.
  1. was omkaderd
  2. was omkaderd
  3. was omkaderd
  4. waren omkaderd
  5. waren omkaderd
  6. waren omkaderd
o.t.t.t.
  1. zal omkaderen
  2. zult omkaderen
  3. zal omkaderen
  4. zullen omkaderen
  5. zullen omkaderen
  6. zullen omkaderen
o.v.t.t.
  1. zou omkaderen
  2. zou omkaderen
  3. zou omkaderen
  4. zouden omkaderen
  5. zouden omkaderen
  6. zouden omkaderen
diversen
  1. omkader!
  2. omkadert!
  3. omkaderd
  4. omkaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omkaderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inrama omkaderen inlijsten; inramen; omlijsten
rama in omkaderen afzetten; omlijsten; omranden