Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. monotoon:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für monotoon (Niederländisch) ins Schwedisch

monotoon:

monotoon Adjektiv

  1. monotoon (saai; vervelend; eentonig; )
    tråkigt; tråkig
  2. monotoon (saai; eentonig; slaapverwekkend)
    tråkigt; tråkig; entonig

Übersetzung Matrix für monotoon:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tråkigt verveling
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entonig eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend klankloos
tråkig afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; onbehaaglijk; ongezellig; rot; saai; saaie; sfeerloos; vervelend; zonder sfeer
tråkigt afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; loom; melig; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; rot; saai; saaie; sfeerloos; stom; suf; verschaald; vervelend; zonder sfeer

Verwandte Wörter für "monotoon":

  • monotone

Wiktionary Übersetzungen für monotoon:


Cross Translation:
FromToVia
monotoon monoton; entonig monotonous — having an unvarying tone or pitch
monotoon enformig monotonous — tedious, repetitious or lacking in variety
monotoon långtråkig; tjatig; enformig tedious — boring, monotonous
monotoon entonig; monoton monotone — Qui est toujours sur le même ton, qui n’est pas varier dans ses intonations ou dans ses inflexions.

Computerübersetzung von Drittern: