Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. misdragen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für misdragen (Niederländisch) ins Schwedisch

misdragen:

misdragen Verb (misdraag, misdraagt, misdroeg, misdroegen, misdragen)

  1. misdragen
    bära sig illa åt

Konjugationen für misdragen:

o.t.t.
  1. misdraag
  2. misdraagt
  3. misdraagt
  4. misdragen
  5. misdragen
  6. misdragen
o.v.t.
  1. misdroeg
  2. misdroeg
  3. misdroeg
  4. misdroegen
  5. misdroegen
  6. misdroegen
v.t.t.
  1. heb misdragen
  2. hebt misdragen
  3. heeft misdragen
  4. hebben misdragen
  5. hebben misdragen
  6. hebben misdragen
v.v.t.
  1. had misdragen
  2. had misdragen
  3. had misdragen
  4. hadden misdragen
  5. hadden misdragen
  6. hadden misdragen
o.t.t.t.
  1. zal misdragen
  2. zult misdragen
  3. zal misdragen
  4. zullen misdragen
  5. zullen misdragen
  6. zullen misdragen
o.v.t.t.
  1. zou misdragen
  2. zou misdragen
  3. zou misdragen
  4. zouden misdragen
  5. zouden misdragen
  6. zouden misdragen
diversen
  1. misdraag!
  2. misdraagt!
  3. misdragen
  4. midragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für misdragen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bära sig illa åt misdragen

Verwandte Übersetzungen für misdragen