Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. materialen:
  2. materiaal:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für materialen (Niederländisch) ins Schwedisch

materialen:

materialen [de ~] Nomen, Plural

  1. de materialen (benodigdheden)

Übersetzung Matrix für materialen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fordringar benodigdheden; materialen aanspraken

Verwandte Wörter für "materialen":


materiaal:

materiaal [het ~] Nomen

  1. het materiaal (goedje; spul)
    gods
  2. het materiaal (benodigdheid)
    krav
  3. het materiaal (bouwstof; grondstof)

Übersetzung Matrix für materiaal:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
byggmaterial bouwstof; grondstof; materiaal bouwmateriaal; bouwmaterialen; bouwstoffen
gods goedje; materiaal; spul artikelen; belading; goederen; handelswaar; koopwaar; lading; last; riddergoed; voorwerpen; vracht; vrachtgoed; waar; waren
krav benodigdheid; materiaal aanspraak maken op; aanspraken; claim; must; opvragen; opvraging; pretentie; vereiste

Verwandte Wörter für "materiaal":


Verwandte Definitionen für "materiaal":

  1. dat waarmee je iets kunt maken1
    • welke materialen gebruik je voor het bouwen van een huis?1

Wiktionary Übersetzungen für materiaal:


Cross Translation:
FromToVia
materiaal material material — matter
materiaal material material — text
materiaal material material — cloth
materiaal materiel; material Material — einzelne Dinge, die als Mittel oder Unterlage zu etwas dienen
materiaal material MaterialTechnik: Sammelbegriff für Rohstoffe, Werkstoffe, Halbzeuge, Hilfsstoffe, Betriebsstoffe, Teile und Gruppen, aus denen etwas hergestellt wird
materiaal material matériau — À trier