Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ledigheid:
  2. ledig:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ledigheid (Niederländisch) ins Schwedisch

ledigheid:

ledigheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de ledigheid (leegte)
    tomhet

Übersetzung Matrix für ledigheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tomhet ledigheid; leegte holheid; leegheid; voosheid

Verwandte Wörter für "ledigheid":


Wiktionary Übersetzungen für ledigheid:


Cross Translation:
FromToVia
ledigheid lättja; sysslolöshet Müßiggangdauerhafte Untätigkeit (in der Umgangssprache negativer besetzt als Muße)
ledigheid sysslolöshet oisivetéétat, habitude d’une personne qui est oisif, qui ne fait rien.

ledig:

ledig Adjektiv

  1. ledig (leeg; onbezet)
    tomt; tom

Übersetzung Matrix für ledig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tom ledig; leeg; onbezet ijdel; leeg; loos; luchtledig; ongevuld; vacuum; zonder inhoud
tomt ledig; leeg; onbezet blanco; hol; ijdel; inhoudsloos; leeg; loos; luchtledig; nietszeggend; onbeschreven; ongevuld; oningevuld; vacuum; zonder inhoud

Verwandte Wörter für "ledig":


Wiktionary Übersetzungen für ledig:


Cross Translation:
FromToVia
ledig tom vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.

Computerübersetzung von Drittern: