Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kneedbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kneedbaar (Niederländisch) ins Schwedisch

kneedbaar:

kneedbaar Adjektiv

  1. kneedbaar (vormbaar)
    plastisk; foglig; fogligt; formbart; knådbar; plastiskt; bearbetligt; knådbart

Übersetzung Matrix für kneedbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bearbetligt kneedbaar; vormbaar
foglig kneedbaar; vormbaar berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vouwbaar; willig
fogligt kneedbaar; vormbaar berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vouwbaar; willig
formbart kneedbaar; vormbaar beïnvloedbaar; plastisch; vormgevend
knådbar kneedbaar; vormbaar
knådbart kneedbaar; vormbaar
plastisk kneedbaar; vormbaar
plastiskt kneedbaar; vormbaar

Verwandte Wörter für "kneedbaar":

  • kneedbaarheid, kneedbare

Wiktionary Übersetzungen für kneedbaar:


Cross Translation:
FromToVia
kneedbaar smidbar; bildbar malléable — Qui peut s'aplatir et s'étendre en lames ou en feuilles.