Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für keurmerken (Niederländisch) ins Schwedisch

keurmerken:

keurmerken [de ~] Nomen, Plural

  1. de keurmerken (ijkmerken; waarmerken)
    frimärke

keurmerken Verb (keurmerk, keurmerkt, keurmerkte, keurmerkten, gekeurmerkt)

  1. keurmerken
    markera; anteckna; stämpla; prissätta; sätta märken på
    • markera Verb (markerar, markerade, markerat)
    • anteckna Verb (antecknar, antecknade, antecknat)
    • stämpla Verb (stämplar, stämplade, stämplat)
    • prissätta Verb (prissätter, prissatte, prissatt)
    • sätta märken på Verb (sätter märken på, satte märken på, satt märken på)

Konjugationen für keurmerken:

o.t.t.
  1. keurmerk
  2. keurmerkt
  3. keurmerkt
  4. keurmerken
  5. keurmerken
  6. keurmerken
o.v.t.
  1. keurmerkte
  2. keurmerkte
  3. keurmerkte
  4. keurmerkten
  5. keurmerkten
  6. keurmerkten
v.t.t.
  1. heb gekeurmerkt
  2. hebt gekeurmerkt
  3. heeft gekeurmerkt
  4. hebben gekeurmerkt
  5. hebben gekeurmerkt
  6. hebben gekeurmerkt
v.v.t.
  1. had gekeurmerkt
  2. had gekeurmerkt
  3. had gekeurmerkt
  4. hadden gekeurmerkt
  5. hadden gekeurmerkt
  6. hadden gekeurmerkt
o.t.t.t.
  1. zal keurmerken
  2. zult keurmerken
  3. zal keurmerken
  4. zullen keurmerken
  5. zullen keurmerken
  6. zullen keurmerken
o.v.t.t.
  1. zou keurmerken
  2. zou keurmerken
  3. zou keurmerken
  4. zouden keurmerken
  5. zouden keurmerken
  6. zouden keurmerken
en verder
  1. is gekeurmerkt
diversen
  1. keurmerk!
  2. keurmerkt!
  3. gekeurmerkt
  4. keurmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für keurmerken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
frimärke ijkmerken; keurmerken; waarmerken postzegel
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anteckna keurmerken aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inschrijven; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
markera keurmerken aankruisen; aanstrepen; afbakenen; afpalen; afvinken; afzetten; begrenzen; markeren; merken; omlijnen; selecteren; vinken
prissätta keurmerken
stämpla keurmerken afstempelen; beplakken; intrigeren; konkelen; kuipen; slecht voorstellen; stempel drukken op; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; steun trekken; uitkering krijgen; verketteren
sätta märken på keurmerken

Verwandte Wörter für "keurmerken":


keurmerk:


Übersetzung Matrix für keurmerk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
guldsmedsstämpel keurmerk; keurstempel
kontrollstämpel keurmerk; keurstempel controlestempel; inktstempel; kwaliteitsmerk; stempel; waarmerk; zegel
kvalitetsmärkning keurmerk; keurstempel

Verwandte Wörter für "keurmerk":


Computerübersetzung von Drittern: