Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. inbegrepen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inbegrepen (Niederländisch) ins Schwedisch

inbegrepen:

inbegrepen Adjektiv

  1. inbegrepen (inclusief; met inbegrip van; ingesloten; mee inberekend; incluis)

Übersetzung Matrix für inbegrepen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inbegripen inbegrepen; incluis; inclusief; ingesloten; mee inberekend; met inbegrip van
inklusive inbegrepen; incluis; inclusief; ingesloten; mee inberekend; met inbegrip van