Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. in de week zetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für in de week zetten (Niederländisch) ins Schwedisch

in de week zetten:

in de week zetten Verb

  1. in de week zetten (week maken; ontharden; weken; verweken; zachtmaken)
    blöta igenom; låta blöta igenom

Übersetzung Matrix für in de week zetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken doorweken; inweken
låta blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken

Verwandte Übersetzungen für in de week zetten