Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. idealiseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für idealiseren (Niederländisch) ins Schwedisch

idealiseren:

idealiseren Verb (idealiseer, idealiseert, idealiseerde, idealiseerden, geïdealiseerd)

  1. idealiseren
    idealisera
    • idealisera Verb (idealiserar, idealiserade, idealiserat)

Konjugationen für idealiseren:

o.t.t.
  1. idealiseer
  2. idealiseert
  3. idealiseert
  4. idealiseren
  5. idealiseren
  6. idealiseren
o.v.t.
  1. idealiseerde
  2. idealiseerde
  3. idealiseerde
  4. idealiseerden
  5. idealiseerden
  6. idealiseerden
v.t.t.
  1. heb geïdealiseerd
  2. hebt geïdealiseerd
  3. heeft geïdealiseerd
  4. hebben geïdealiseerd
  5. hebben geïdealiseerd
  6. hebben geïdealiseerd
v.v.t.
  1. had geïdealiseerd
  2. had geïdealiseerd
  3. had geïdealiseerd
  4. hadden geïdealiseerd
  5. hadden geïdealiseerd
  6. hadden geïdealiseerd
o.t.t.t.
  1. zal idealiseren
  2. zult idealiseren
  3. zal idealiseren
  4. zullen idealiseren
  5. zullen idealiseren
  6. zullen idealiseren
o.v.t.t.
  1. zou idealiseren
  2. zou idealiseren
  3. zou idealiseren
  4. zouden idealiseren
  5. zouden idealiseren
  6. zouden idealiseren
en verder
  1. is geïdealiseerd
  2. zijn geïdealiseerd
diversen
  1. idealiseer!
  2. idealiseert!
  3. geïdealiseerd
  4. idealiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für idealiseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
idealisera idealiseren