Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gratig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gratig (Niederländisch) ins Schwedisch

gratig:

gratig Adjektiv

  1. gratig (vol graten)
    benig; benigt

Übersetzung Matrix für gratig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
benig gratig; vol graten benig; bonkig; knokig; scharminkelig; schonkig
benigt gratig; vol graten beenachtig; benig; bonkig; botachtig; graatachtig; graatmager; knokig; op een been lijkend; op een bot lijkend; scharminkelig; schonkig; totaal vermagerd; vellerig

Verwandte Wörter für "gratig":

  • gratige