Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gekuist:
  2. kuisen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gekuist (Niederländisch) ins Schwedisch

gekuist:

gekuist Adjektiv

  1. gekuist (zedig gemaakt)
    ren; rent
  2. gekuist (gereinigd; netjes; zuiver)
    ren; städat; rent; städad
  3. gekuist (kuis)
    kysk; ärbar; ärbart; dygdigt; kyskt

Übersetzung Matrix für gekuist:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ren rendier
städat netheid; properheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dygdigt gekuist; kuis
kysk gekuist; kuis onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; vlekkeloos
kyskt gekuist; kuis onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; vlekkeloos
ren gekuist; gereinigd; netjes; zedig gemaakt; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig; zuiver; zuivere
rent gekuist; gereinigd; netjes; zedig gemaakt; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig; zuiver; zuivere
städad gekuist; gereinigd; netjes; zuiver gerangschikt; keurig; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; zorgvuldig
städat gekuist; gereinigd; netjes; zuiver gerangschikt; keurig; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; schoon; sec; zorgvuldig
ärbar gekuist; kuis decent; edelachtbaar; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
ärbart gekuist; kuis decent; edelachtbaar; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; keurig; kies; manierlijk; netjes; respectabel; welvoeglijk

Wiktionary Übersetzungen für gekuist:


Cross Translation:
FromToVia
gekuist amper; egg; gräll; gäll; skarp; subtil; spirituell findélié, menu, mince ou étroit.

gekuist form of kuisen:

kuisen Verb (kuis, kuist, kuiste, kuisten, gekuist)

  1. kuisen (in zedelijk opzicht zuiveren; reinigen; klaren; louteren)
    uppklara; rensa
    • uppklara Verb (uppklarar, uppklarade, uppklarat)
    • rensa Verb (rensar, rensade, rensat)

Konjugationen für kuisen:

o.t.t.
  1. kuis
  2. kuist
  3. kuist
  4. kuisen
  5. kuisen
  6. kuisen
o.v.t.
  1. kuiste
  2. kuiste
  3. kuiste
  4. kuisten
  5. kuisten
  6. kuisten
v.t.t.
  1. heb gekuist
  2. hebt gekuist
  3. heeft gekuist
  4. hebben gekuist
  5. hebben gekuist
  6. hebben gekuist
v.v.t.
  1. had gekuist
  2. had gekuist
  3. had gekuist
  4. hadden gekuist
  5. hadden gekuist
  6. hadden gekuist
o.t.t.t.
  1. zal kuisen
  2. zult kuisen
  3. zal kuisen
  4. zullen kuisen
  5. zullen kuisen
  6. zullen kuisen
o.v.t.t.
  1. zou kuisen
  2. zou kuisen
  3. zou kuisen
  4. zouden kuisen
  5. zouden kuisen
  6. zouden kuisen
en verder
  1. ben gekuist
  2. bent gekuist
  3. is gekuist
  4. zijn gekuist
  5. zijn gekuist
  6. zijn gekuist
diversen
  1. kuis!
  2. kuist!
  3. gekuist
  4. kuisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kuisen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa schoonmaakbeurt; wegruimen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen bergen; leeghalen; opruimen; opschonen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verrekenen
uppklara in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rensa Opschonen

Verwandte Wörter für "kuisen":


Wiktionary Übersetzungen für kuisen:


Cross Translation:
FromToVia
kuisen städa clean — (transitive) to remove dirt from a place or object