Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gedut:
  2. dutten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gedut (Niederländisch) ins Schwedisch

gedut:

gedut [znw.] Nomen

  1. gedut (dutten)
    tupplur; slummer

Übersetzung Matrix für gedut:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
slummer dutten; gedut sluimer; sluimeren; sluimering
tupplur dutten; gedut dommel; dutje; hazenslaap; hazenslaapje; tukje; uiltje

gedut form of dutten:

dutten [het ~] Nomen

  1. het dutten (gedut)
    tupplur; slummer

dutten Verb (dut, dutte, dutten, gedut)

  1. dutten (een dutje doen)
    vila; slumra; ta en tupplur
    • vila Verb (vilar, vilade, vilat)
    • slumra Verb
    • ta en tupplur Verb (tar en tupplur, tog en tupplur, tagit en tupplur)
  2. dutten (dommelen; sluimeren; doezelen; soezen)
    dåsa
    • dåsa Verb (dåsar, dåsade, dåsat)

Konjugationen für dutten:

o.t.t.
  1. dut
  2. dut
  3. dut
  4. dutten
  5. dutten
  6. dutten
o.v.t.
  1. dutte
  2. dutte
  3. dutte
  4. dutten
  5. dutten
  6. dutten
v.t.t.
  1. heb gedut
  2. hebt gedut
  3. heeft gedut
  4. hebben gedut
  5. hebben gedut
  6. hebben gedut
v.v.t.
  1. had gedut
  2. had gedut
  3. had gedut
  4. hadden gedut
  5. hadden gedut
  6. hadden gedut
o.t.t.t.
  1. zal dutten
  2. zult dutten
  3. zal dutten
  4. zullen dutten
  5. zullen dutten
  6. zullen dutten
o.v.t.t.
  1. zou dutten
  2. zou dutten
  3. zou dutten
  4. zouden dutten
  5. zouden dutten
  6. zouden dutten
diversen
  1. dut!
  2. dut!
  3. gedut
  4. duttend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dutten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
slummer dutten; gedut sluimer; sluimeren; sluimering
tupplur dutten; gedut dommel; dutje; hazenslaap; hazenslaapje; tukje; uiltje
vila rusttijd; steuntje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dåsa doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen gedachteloos zijn; sluimeren; suffen; verborgen aanwezig zijn
slumra dutten; een dutje doen indommelen; indutten; insluimeren; sluimeren; verborgen aanwezig zijn; wegzakken
ta en tupplur dutten; een dutje doen
vila dutten; een dutje doen pauzeren; relaxen; rusten; uitrusten; verpozen

Wiktionary Übersetzungen für dutten:


Cross Translation:
FromToVia
dutten sova; slagga pennen(umgangssprachlich) schlafen