Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. elektrificeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für elektrificeren (Niederländisch) ins Schwedisch

elektrificeren:

elektrificeren Verb (elektrificeer, elektrificeert, elektrificeerde, elektrificeerden, geëlektrificeerd)

  1. elektrificeren
    elektrifiera; elektrisera; göra elektrisk
    • elektrifiera Verb (elektrifierar, elektrifierade, elektrifierat)
    • elektrisera Verb (elektriserar, elektriserade, elektriserat)
    • göra elektrisk Verb (gör elektrisk, gjorde elektrisk, gjort elektrisk)

Konjugationen für elektrificeren:

o.t.t.
  1. elektrificeer
  2. elektrificeert
  3. elektrificeert
  4. elektrificeren
  5. elektrificeren
  6. elektrificeren
o.v.t.
  1. elektrificeerde
  2. elektrificeerde
  3. elektrificeerde
  4. elektrificeerden
  5. elektrificeerden
  6. elektrificeerden
v.t.t.
  1. ben geëlektrificeerd
  2. bent geëlektrificeerd
  3. is geëlektrificeerd
  4. zijn geëlektrificeerd
  5. zijn geëlektrificeerd
  6. zijn geëlektrificeerd
v.v.t.
  1. was geëlektrificeerd
  2. was geëlektrificeerd
  3. was geëlektrificeerd
  4. waren geëlektrificeerd
  5. waren geëlektrificeerd
  6. waren geëlektrificeerd
o.t.t.t.
  1. zal elektrificeren
  2. zult elektrificeren
  3. zal elektrificeren
  4. zullen elektrificeren
  5. zullen elektrificeren
  6. zullen elektrificeren
o.v.t.t.
  1. zou elektrificeren
  2. zou elektrificeren
  3. zou elektrificeren
  4. zouden elektrificeren
  5. zouden elektrificeren
  6. zouden elektrificeren
diversen
  1. elektrificeer!
  2. elektrificeert!
  3. geëlektrificeerd
  4. elektrificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für elektrificeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
elektrifiera elektrificeren elektriseren
elektrisera elektrificeren elektriseren
göra elektrisk elektrificeren

Computerübersetzung von Drittern: