Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. een zet doen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für een zet doen (Niederländisch) ins Schwedisch

een zet doen:

een zet doen Verb (doe een zet, doet een zet, deed een zet, deden een zet, een zet gedaan)

  1. een zet doen
    göra en rörelse

Konjugationen für een zet doen:

o.t.t.
  1. doe een zet
  2. doet een zet
  3. doet een zet
  4. doen een zet
  5. doen een zet
  6. doen een zet
o.v.t.
  1. deed een zet
  2. deed een zet
  3. deed een zet
  4. deden een zet
  5. deden een zet
  6. deden een zet
v.t.t.
  1. heb een zet gedaan
  2. hebt een zet gedaan
  3. heeft een zet gedaan
  4. hebben een zet gedaan
  5. hebben een zet gedaan
  6. hebben een zet gedaan
v.v.t.
  1. had een zet gedaan
  2. had een zet gedaan
  3. had een zet gedaan
  4. hadden een zet gedaan
  5. hadden een zet gedaan
  6. hadden een zet gedaan
o.t.t.t.
  1. zal een zet doen
  2. zult een zet doen
  3. zal een zet doen
  4. zullen een zet doen
  5. zullen een zet doen
  6. zullen een zet doen
o.v.t.t.
  1. zou een zet doen
  2. zou een zet doen
  3. zou een zet doen
  4. zouden een zet doen
  5. zouden een zet doen
  6. zouden een zet doen
diversen
  1. doe een zet!
  2. doet een zet!
  3. een zet gedaan
  4. een zet doende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für een zet doen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
göra en rörelse een zet doen

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für een zet doen