Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze dreef

übersetze dreef von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

dreef:
- aveny; byväg; stig; landsortsväg
drijven:
- flytande
Wiktionary:
- dreef → allé
- drijven → driva, valla, flyta, fösa, puffa, stöta

Niederländisch

Detailübersetzungen für dreef (Niederländisch) ins Schwedisch

dreef:

dreef [de ~] Nomen

de dreef (laan; allee)
aveny
- aveny [-en] Nomen
de dreef (landweg; pad; paadje; trekpad; buitenweg)
byväg; stig; landsortsväg
- byväg [-en] Nomen
- stig Nomen
- landsortsväg Nomen

Übersetzung Matrix für dreef:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aveny	allee; dreef; laan
byväg	buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad
landsortsväg	buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad
stig	buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad	vlonder

Verwandte Wörter für "dreef":

dreven

Wiktionary Übersetzungen für dreef:

Cross Translation:

From	To	Via
• dreef	→ allé	↔ allée — action d’aller.

drijven:

drijven [znw.] Nomen

drijven
flytande
- flytande Nomen

Übersetzung Matrix für drijven:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
flytande	drijven
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
flytande		stromend; vliedend; vloeiend; vlot; zwevend

Verwandte Definitionen für "drijven":

hem ergens heen jagen¹
- de politie dreef de demonstranten het centrum uit¹
hem ertoe aanzetten¹
- wat drijft jou ertoe zo onaardig te zijn?¹
in een vloeistof aan de oppervlakte blijven¹
- de houten plank dreef in de sloot¹

Wiktionary Übersetzungen für drijven:

Cross Translation:

From	To	Via
• drijven	→ driva; valla	↔ drive — herd (animals) in a particular direction
• drijven	→ driva	↔ drive — cause to become
• drijven	→ driva	↔ drive — compel (to do something)
• drijven	→ flyta	↔ float — be supported by a liquid
• drijven	→ flyta	↔ flotter — Traductions à trier suivant le sens
• drijven	→ driva; fösa	↔ pourchasser — poursuivre ou rechercher avec obstination, avec ardeur.
• drijven	→ puffa; stöta; driva; fösa	↔ pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

¹Muiswerk Woordenboek