Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. doorklinken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorklinken (Niederländisch) ins Schwedisch

doorklinken:

doorklinken Verb (klink door, klinkt door, klonk door, klonken door, doorgeklonken)

  1. doorklinken
    sondera; pejla
    • sondera Verb (sonderar, sonderade, sonderat)
    • pejla Verb (pejlar, pejlade, pejlat)

Konjugationen für doorklinken:

o.t.t.
  1. klink door
  2. klinkt door
  3. klinkt door
  4. klinken door
  5. klinken door
  6. klinken door
o.v.t.
  1. klonk door
  2. klonk door
  3. klonk door
  4. klonken door
  5. klonken door
  6. klonken door
v.t.t.
  1. ben doorgeklonken
  2. bent doorgeklonken
  3. is doorgeklonken
  4. zijn doorgeklonken
  5. zijn doorgeklonken
  6. zijn doorgeklonken
v.v.t.
  1. was doorgeklonken
  2. was doorgeklonken
  3. was doorgeklonken
  4. waren doorgeklonken
  5. waren doorgeklonken
  6. waren doorgeklonken
o.t.t.t.
  1. zal doorklinken
  2. zult doorklinken
  3. zal doorklinken
  4. zullen doorklinken
  5. zullen doorklinken
  6. zullen doorklinken
o.v.t.t.
  1. zou doorklinken
  2. zou doorklinken
  3. zou doorklinken
  4. zouden doorklinken
  5. zouden doorklinken
  6. zouden doorklinken
diversen
  1. klink door!
  2. klinkt door!
  3. doorgeklonken
  4. doorklinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorklinken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pejla doorklinken
sondera doorklinken met sonde onderzoeken; polsen; sonderen