Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. creneleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für creneleren (Niederländisch) ins Schwedisch

creneleren:

creneleren Verb (creneleer, creneleert, creneleerde, creneleerden, gecreneleerd)

  1. creneleren (insnijden)
    hacka; skåra
    • hacka Verb (hackar, hackade, hackat)
    • skåra Verb (skårar, skårade, skårat)

Konjugationen für creneleren:

o.t.t.
  1. creneleer
  2. creneleert
  3. creneleert
  4. creneleren
  5. creneleren
  6. creneleren
o.v.t.
  1. creneleerde
  2. creneleerde
  3. creneleerde
  4. creneleerden
  5. creneleerden
  6. creneleerden
v.t.t.
  1. heb gecreneleerd
  2. hebt gecreneleerd
  3. heeft gecreneleerd
  4. hebben gecreneleerd
  5. hebben gecreneleerd
  6. hebben gecreneleerd
v.v.t.
  1. had gecreneleerd
  2. had gecreneleerd
  3. had gecreneleerd
  4. hadden gecreneleerd
  5. hadden gecreneleerd
  6. hadden gecreneleerd
o.t.t.t.
  1. zal creneleren
  2. zult creneleren
  3. zal creneleren
  4. zullen creneleren
  5. zullen creneleren
  6. zullen creneleren
o.v.t.t.
  1. zou creneleren
  2. zou creneleren
  3. zou creneleren
  4. zouden creneleren
  5. zouden creneleren
  6. zouden creneleren
diversen
  1. creneleer!
  2. creneleert!
  3. gecreneleerd
  4. crenelerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für creneleren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hacka houweel; klover
skåra hak; houw; inkeping; inkerving; insnijding; keep; kepen; kerf; kerfsnede; slag met een scherp werktuig; sneetje; snijwondje; soort vink; split
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hacka creneleren; insnijden fijnhakken; hakken; in stukken hakken; kartelen; kartels krijgen; kleinhakken; kort en droog hoesten; kuchen; verhaspelen
skåra creneleren; insnijden groeven; inkerven; insnijden; kartelen; kartels krijgen