Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. buis:
  2. bui:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für buis (Niederländisch) ins Schwedisch

buis:

buis [de ~] Nomen

  1. de buis (televisietoestel; televisie; televisieapparaat)
    tv set
  2. de buis (beeldbuis)

buis [de ~] Nomen

  1. de buis
    rör

Übersetzung Matrix für buis:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rör buis buizen; oeverriet; riet; rietstengel; rotan; rotting
teveskärm beeldbuis; buis
tv set buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel

Verwandte Wörter für "buis":


Wiktionary Übersetzungen für buis:


Cross Translation:
FromToVia
buis vattenledningsrör conduit — pipe or channel for conveying water
buis munstycke; pip nozzle — short tube
buis rör pipe — hollow tube
buis rör RohrTechnik: ein zylinderförmiger, hohler Gegenstand zur Durchleitung von Flüssigkeiten, Gasen und Feststoffen
buis rör RöhreTechnik: ein längerer, zylinderförmiger Hohlkörper von schmalem Durchmesser zur Weiterleitung von Flüssigkeiten oder Gasen
buis rör tube — Tuyau.
buis slang; rör tuyau — Tube
buis jacka veston — habil|fr vêtement masculin, d’intérieur ou de ville, court et sans basques.

bui:

bui [de ~] Nomen

  1. de bui (humeur; stemming; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gemoedsgesteldheid)
    humör
  2. de bui (regenbui)
    skur; dusch; regnskur
  3. de bui (nuk; luim; kuur; gril)
    infall; nyck

Übersetzung Matrix für bui:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dusch bui; regenbui douche; stortbad
humör bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming doel; geestesgesteldheid; geestestoestand; gemoedstoestand; nut; psychische toestand; stemming; zin
infall bui; gril; kuur; luim; nuk aanval; bevlieging; impuls; luim; opwelling; prikkel; vlaag
nyck bui; gril; kuur; luim; nuk impuls; luim; opwelling; prikkel
regnskur bui; regenbui regenval; regenvlaag; regenvloed
skur bui; regenbui
- stemming

Verwandte Wörter für "bui":


Synonyms for "bui":


Verwandte Definitionen für "bui":

  1. regen, sneeuw of hagel die valt1
    • we moesten schuilen voor de bui1
  2. bepaald tijdelijk gevoel1
    • hij was in een vrolijke bui1

Wiktionary Übersetzungen für bui:


Cross Translation:
FromToVia
bui humör; dåligt humör mood — bad mood
bui skur shower — brief fall of rain
bui storm; oväder storm — disturbed state of the atmosphere
bui skur; regnskur SchauerRegenschauer: kurzer, heftiger Niederschlag analog: Schneeschauer

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für buis