Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. beroemen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beroemen (Niederländisch) ins Schwedisch

beroemen:

beroemen Verb (beroem, beroemt, beroemde, beroemden, beroemd)

  1. beroemen (roem dragen)
    berömma sig av; vara stolt över

Konjugationen für beroemen:

o.t.t.
  1. beroem
  2. beroemt
  3. beroemt
  4. beroemen
  5. beroemen
  6. beroemen
o.v.t.
  1. beroemde
  2. beroemde
  3. beroemde
  4. beroemden
  5. beroemden
  6. beroemden
v.t.t.
  1. heb beroemd
  2. hebt beroemd
  3. heeft beroemd
  4. hebben beroemd
  5. hebben beroemd
  6. hebben beroemd
v.v.t.
  1. had beroemd
  2. had beroemd
  3. had beroemd
  4. hadden beroemd
  5. hadden beroemd
  6. hadden beroemd
o.t.t.t.
  1. zal beroemen
  2. zult beroemen
  3. zal beroemen
  4. zullen beroemen
  5. zullen beroemen
  6. zullen beroemen
o.v.t.t.
  1. zou beroemen
  2. zou beroemen
  3. zou beroemen
  4. zouden beroemen
  5. zouden beroemen
  6. zouden beroemen
diversen
  1. beroem!
  2. beroemt!
  3. beroemd
  4. beroemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beroemen [znw.] Nomen

  1. beroemen

Übersetzung Matrix für beroemen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vara stolt över beroemen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
berömma sig av beroemen; roem dragen zich laten voorstaan
vara stolt över beroemen; roem dragen zich laten voorstaan

Verwandte Übersetzungen für beroemen