Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. benoembaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für benoembaar (Niederländisch) ins Schwedisch

benoembaar:

benoembaar Adjektiv

  1. benoembaar (verkiesbaar)
    valfri; valfritt

Übersetzung Matrix für benoembaar:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
valfri optioneel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
valfri benoembaar; verkiesbaar facultatief; niet verplicht
valfritt benoembaar; verkiesbaar facultatief; niet verplicht

Verwandte Wörter für "benoembaar":

  • benoembaarheid, benoembare