Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. afstemmen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afstemmen (Niederländisch) ins Schwedisch

afstemmen:

afstemmen Verb (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)

  1. afstemmen (bijstellen; regelen; afstellen)
    avstämma; justera
    • avstämma Verb (avstämmer, avstämde, avstämt)
    • justera Verb (justerar, justerade, justerat)
  2. afstemmen (afstellen)
    justera; avstämma; ställa in
    • justera Verb (justerar, justerade, justerat)
    • avstämma Verb (avstämmer, avstämde, avstämt)
    • ställa in Verb (ställer in, ställde in, ställt in)
  3. afstemmen (verwerpen; afwijzen; afkeuren)
    avsäga; avslå; förneka; uppsäga; förkasta; förvägra; försmå
    • avsäga Verb (avsäger, avsade, avsagt)
    • avslå Verb (avslår, avslog, avslagit)
    • förneka Verb (förnekar, förnekade, förnekat)
    • uppsäga Verb (uppsäger, uppsade, uppsägt)
    • förkasta Verb (förkastar, förkastade, förkastat)
    • förvägra Verb (förvägrar, förvägrade, förvägrat)
    • försmå Verb (försmår, försmådde, försmått)
  4. afstemmen (gelijkschakelen)
    avstämma
    • avstämma Verb (avstämmer, avstämde, avstämt)
  5. afstemmen (instellen)
    anpassa; justera
    • anpassa Verb (anpassar, anpassade, anpassat)
    • justera Verb (justerar, justerade, justerat)
  6. afstemmen (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; )
    avslå; nerrösta; avvisa
    • avslå Verb (avslår, avslog, avslagit)
    • nerrösta Verb (nerröstar, nerröstade, nerröstat)
    • avvisa Verb (avvisar, avvisade, avvisat)
  7. afstemmen

Konjugationen für afstemmen:

o.t.t.
  1. stem af
  2. stemt af
  3. stemt af
  4. stemmen af
  5. stemmen af
  6. stemmen af
o.v.t.
  1. stemde af
  2. stemde af
  3. stemde af
  4. stemden af
  5. stemden af
  6. stemden af
v.t.t.
  1. heb afgestemd
  2. hebt afgestemd
  3. heeft afgestemd
  4. hebben afgestemd
  5. hebben afgestemd
  6. hebben afgestemd
v.v.t.
  1. had afgestemd
  2. had afgestemd
  3. had afgestemd
  4. hadden afgestemd
  5. hadden afgestemd
  6. hadden afgestemd
o.t.t.t.
  1. zal afstemmen
  2. zult afstemmen
  3. zal afstemmen
  4. zullen afstemmen
  5. zullen afstemmen
  6. zullen afstemmen
o.v.t.t.
  1. zou afstemmen
  2. zou afstemmen
  3. zou afstemmen
  4. zouden afstemmen
  5. zouden afstemmen
  6. zouden afstemmen
diversen
  1. stem af!
  2. stemt af!
  3. afgestemd
  4. afstemmende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afstemmen [znw.] Nomen

  1. afstemmen (inregelen; regelen; instellen; afstellen)
  2. afstemmen (afstelling; afstemming)

Übersetzung Matrix für afstemmen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avstämmning afstelling; afstemmen; afstemming
ställa in afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen instelling op
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anpassa afstemmen; instellen aanpassen; accommoderen; assimileren; bijstellen; personaliseren
avslå afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afkeuren; veroordelen
avstämma afstellen; afstemmen; bijstellen; gelijkschakelen; regelen
avsäga afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen
avvisa afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afzien van rechtsvervolging; hardvallen; onvriendelijk bejegenen; seponeren; weigeren
förkasta afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen afdanken; afschaffen; ecarteren
förneka afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen afzweren; logenstraffen; loochenen; onteigenen; ontkennen; verloochenen; verzaken
försmå afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen laten passeren; versmaden
förvägra afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen
justera afstellen; afstemmen; bijstellen; instellen; regelen aanpassen; bijstellen; diepte loden; ding rechtzetten; uitlijnen; uitvullen
nerrösta afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
ställa in afstellen; afstemmen nullificeren; ondervangen; opheffen; teniet doen; verijdelen; vernietigen
stämma av afstemmen
uppsäga afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen

Wiktionary Übersetzungen für afstemmen:


Cross Translation:
FromToVia
afstemmen stämma tune — to modify a musical instrument

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für afstemmen