Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aanhalingen:
  2. aanhaling:
  3. Wiktionary:
    • aanhaling → smek


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanhalingen (Niederländisch) ins Schwedisch

aanhalingen:

aanhalingen [de ~] Nomen, Plural

  1. de aanhalingen
    citat

Übersetzung Matrix für aanhalingen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
citat aanhalingen aanhaling; blikvangercitaat; citaat; quote

Verwandte Wörter für "aanhalingen":


aanhaling:

aanhaling [de ~ (v)] Nomen

  1. de aanhaling (citaat; quote)
    citat
  2. de aanhaling (liefkozing; streling; aanhalen)
    kram; smekning; omfamning

Übersetzung Matrix für aanhaling:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
citat aanhaling; citaat; quote aanhalingen; blikvangercitaat; citaat
kram aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling knuffel; knuffelpartij; liefkozing; omarming; omhelzing; schietsleuf
omfamning aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling omarming; omhelzing
smekning aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling aai; aaiing; aanhalen; gestreel; knuffel; liefkozing; streling; vleien

Verwandte Wörter für "aanhaling":


Wiktionary Übersetzungen für aanhaling:


Cross Translation:
FromToVia
aanhaling smek caresse — Traductions à trier suivant le sens