Niederländisch
Detailed Synonyms for zwerven in Niederländisch
zwerven:
-
zwerven
-
zwerven
-
zwerven
rondzwerven; zwerven; aan de zwerf zijn-
aan de zwerf zijn Verb (ben aan de zwerf, bent aan de zwerf, is aan de zwerf, was aan de zwerf, waren aan de zwerf, aan de zwerf geweest)
-
zwerven
– rondtrekken zonder vaste verblijfplaats 1
Konjugationen für zwerven:
o.t.t.
- zwerf
- zwerft
- zwerft
- zwerven
- zwerven
- zwerven
o.v.t.
- zwierf
- zwierf
- zwierf
- zwierven
- zwierven
- zwierven
v.t.t.
- heb gezworven
- hebt gezworven
- heeft gezworven
- hebben gezworven
- hebben gezworven
- hebben gezworven
v.v.t.
- had gezworven
- had gezworven
- had gezworven
- hadden gezworven
- hadden gezworven
- hadden gezworven
o.t.t.t.
- zal zwerven
- zult zwerven
- zal zwerven
- zullen zwerven
- zullen zwerven
- zullen zwerven
o.v.t.t.
- zou zwerven
- zou zwerven
- zou zwerven
- zouden zwerven
- zouden zwerven
- zouden zwerven
diversen
- zwerf!
- zwerft!
- gezworven
- zwervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze