Niederländisch
Detailed Synonyms for zwammen in Niederländisch
zwammen:
Konjugationen für zwammen:
o.t.t.
- zwam
- zwamt
- zwamt
- zwammen
- zwammen
- zwammen
o.v.t.
- zwamde
- zwamde
- zwamde
- zwamden
- zwamden
- zwamden
v.t.t.
- heb gezwamd
- hebt gezwamd
- heeft gezwamd
- hebben gezwamd
- hebben gezwamd
- hebben gezwamd
v.v.t.
- had gezwamd
- had gezwamd
- had gezwamd
- hadden gezwamd
- hadden gezwamd
- hadden gezwamd
o.t.t.t.
- zal zwammen
- zult zwammen
- zal zwammen
- zullen zwammen
- zullen zwammen
- zullen zwammen
o.v.t.t.
- zou zwammen
- zou zwammen
- zou zwammen
- zouden zwammen
- zouden zwammen
- zouden zwammen
diversen
- zwam!
- zwamt!
- gezwamd
- zwammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Verwandte Wörter für "zwammen":
zwammen form of zwam:
-
de zwam
-
de zwam