Niederländisch
Detailed Synonyms for weten in Niederländisch
weten:
-
weten
-
weten
– ervan op de hoogte zijn 1 -
weten
– erin slagen 1
Konjugationen für weten:
o.t.t.
- weet
- weet
- weet
- weten
- weten
- weten
o.v.t.
- wist
- wist
- wist
- wisten
- wisten
- wisten
v.t.t.
- heb geweten
- hebt geweten
- heeft geweten
- hebben geweten
- hebben geweten
- hebben geweten
v.v.t.
- had geweten
- had geweten
- had geweten
- hadden geweten
- hadden geweten
- hadden geweten
o.t.t.t.
- zal weten
- zult weten
- zal weten
- zullen weten
- zullen weten
- zullen weten
o.v.t.t.
- zou weten
- zou weten
- zou weten
- zouden weten
- zouden weten
- zouden weten
diversen
- weet!
- weet!
- geweten
- wetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
weten
-
weten
Verwandte Wörter für "weten":
Alternate Synonyms for "weten":
Verwandte Definitionen für "weten":
wet:
-
de wet
-
de wet
-
de wet
– regel van de overheid waar iedereen zich aan moet houden 1