Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze weekheid

Synonyms for "weekheid" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

weekheid:
- zwakte; zwakheid; sulligheid; laksheid; krachteloosheid; slapte; weekheid; zachtheid; slapheid
week:
- week
- week; zwak
- week

Niederländisch

Detailed Synonyms for weekheid in Niederländisch

weekheid:

weekheid [de ~ (v)] Nomen

de weekheid
de zwakte; de zwakheid; de sulligheid; de laksheid; de krachteloosheid; de slapte; de weekheid; de zachtheid; de slapheid
- zwakte [de ~ (v)] Nomen
- zwakheid [de ~ (v)] Nomen
- sulligheid [de ~ (v)] Nomen
- laksheid [de ~ (v)] Nomen
- krachteloosheid [de ~ (v)] Nomen
- slapte [de ~ (v)] Nomen
- weekheid [de ~ (v)] Nomen
- zachtheid [de ~ (v)] Nomen
- slapheid [de ~ (v)] Nomen
de weekheid
de zachtheid; de weekheid
- zachtheid [de ~ (v)] Nomen
- weekheid [de ~ (v)] Nomen

Verwandte Wörter für "weekheid":

week

weekheid form of week:

week [de ~] Nomen

de week

– periode van zeven dagen ¹
de week
– periode van zeven dagen ¹
- week [de ~] Nomen
  - we gaan een week op vakantie¹

week Adjektiv

week

– zacht en slap ¹
week
– zacht en slap ¹
- week Adjektiv
  - door de vorst is het plastic week geworden¹
zwak
- zwak Adjektiv

week [het ~] Nomen

het week

– zacht en slap ¹
het week
– zacht en slap ¹
- week [het ~] Nomen
  - door de vorst is het plastic week geworden¹

Verwandte Wörter für "week":

weekheid, weeks, weken, weekje, weekjes

Verwandte Definitionen für "week":

periode van zeven dagen¹
- we gaan een week op vakantie¹
zacht en slap¹
- door de vorst is het plastic week geworden¹

¹Muiswerk Woordenboek