Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. vervuild:
  2. vervuilen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for vervuild in Niederländisch

vervuild:

vervuild Adjektiv

  1. vervuild
    vervuild

vervuild form of vervuilen:

vervuilen Verb (vervuil, vervuilt, vervuilde, vervuilden, vervuild)

  1. vervuilen
    vervuilen; verontreinigen
    • vervuilen Verb (vervuil, vervuilt, vervuilde, vervuilden, vervuild)
    • verontreinigen Verb (verontreinig, verontreinigt, verontreinigde, verontreinigden, verontreinigd)
  2. vervuilen
    – het vuil maken 1
    vervuilen
    – het vuil maken 1
    • vervuilen Verb (vervuil, vervuilt, vervuilde, vervuilden, vervuild)
      • het water in de grachten is ernstig vervuild1

Konjugationen für vervuilen:

o.t.t.
  1. vervuil
  2. vervuilt
  3. vervuilt
  4. vervuilen
  5. vervuilen
  6. vervuilen
o.v.t.
  1. vervuilde
  2. vervuilde
  3. vervuilde
  4. vervuilden
  5. vervuilden
  6. vervuilden
v.t.t.
  1. heb vervuild
  2. hebt vervuild
  3. heeft vervuild
  4. hebben vervuild
  5. hebben vervuild
  6. hebben vervuild
v.v.t.
  1. had vervuild
  2. had vervuild
  3. had vervuild
  4. hadden vervuild
  5. hadden vervuild
  6. hadden vervuild
o.t.t.t.
  1. zal vervuilen
  2. zult vervuilen
  3. zal vervuilen
  4. zullen vervuilen
  5. zullen vervuilen
  6. zullen vervuilen
o.v.t.t.
  1. zou vervuilen
  2. zou vervuilen
  3. zou vervuilen
  4. zouden vervuilen
  5. zouden vervuilen
  6. zouden vervuilen
diversen
  1. vervuil!
  2. vervuilt!
  3. vervuild
  4. vervuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "vervuilen":


Antonyme für "vervuilen":


Verwandte Definitionen für "vervuilen":

  1. het vuil maken1
    • het water in de grachten is ernstig vervuild1