Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. vernemen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for vernemen in Niederländisch

vernemen:

vernemen Verb (verneem, verneemt, vernam, vernamen, vernomen)

  1. vernemen
    vernemen; horen; te horen krijgen
  2. vernemen
    – het met je oren waarnemen 1
    horen; vernemen
    – het met je oren waarnemen 1
    • horen Verb (hoor, hoort, hoorde, hoorden, gehoord)
      • ik hoor dat er iemand aan komt lopen1
    • vernemen Verb (verneem, verneemt, vernam, vernamen, vernomen)
      • ik heb vernomen dat je bent ontslagen1

Konjugationen für vernemen:

o.t.t.
  1. verneem
  2. verneemt
  3. verneemt
  4. vernemen
  5. vernemen
  6. vernemen
o.v.t.
  1. vernam
  2. vernam
  3. vernam
  4. vernamen
  5. vernamen
  6. vernamen
v.t.t.
  1. heb vernomen
  2. hebt vernomen
  3. heeft vernomen
  4. hebben vernomen
  5. hebben vernomen
  6. hebben vernomen
v.v.t.
  1. had vernomen
  2. had vernomen
  3. had vernomen
  4. hadden vernomen
  5. hadden vernomen
  6. hadden vernomen
o.t.t.t.
  1. zal vernemen
  2. zult vernemen
  3. zal vernemen
  4. zullen vernemen
  5. zullen vernemen
  6. zullen vernemen
o.v.t.t.
  1. zou vernemen
  2. zou vernemen
  3. zou vernemen
  4. zouden vernemen
  5. zouden vernemen
  6. zouden vernemen
diversen
  1. verneem!
  2. verneemt!
  3. vernomen
  4. vernemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "vernemen":


Verwandte Definitionen für "vernemen":

  1. het met je oren waarnemen1
    • ik heb vernomen dat je bent ontslagen1